top of page
Zoeken
Foto van schrijverJoris Arts

Wat de zorg kan leren van… Deel 12: De Bieb


Komt u wel eens in de bibliotheek? Ik werd zelf een jaar of 10 geleden lid, nadat ik door mijn kinderen die naar de basisschool gingen weer in aanraking kwam met de Bieb. Zelf was ik sinds mijn jeugd eigenlijk nauwelijks daar binnen geweest. Ik reisde destijds elke dag tussen mijn huis in Noord-Holland en het Antonius Ziekenhuis in Sneek en werd een fervent lener van luisterboeken. Maar ook ebooks en de old fashioned fysieke boeken van de bibliotheek zijn sindsdien goed aan mij besteed.

Nederland heeft ruim 1.000 bibliotheeklocaties, die onderdeel zijn van een netwerk. Het hoofddoel en de ‘zorg’ functies van bibliotheken, ook wettelijk vastgelegd (https://wetten.overheid.nl/BWBR0035878/2015-01-01), is ‘het bijdragen aan de persoonlijke ontwikkeling en verbetering van de maatschappelijke kansen van het algemene publiek’. In diezelfde wet staat dat ze dat niet alleen doen door kennis en informatie ter beschikking te stellen, maar ook door het organiseren van ontmoeting en debat, het bieden van mogelijkheden tot ontwikkeling en educatie en het kennis laten maken met kunst en cultuur.

Om hieraan te voldoen, is het belangrijk om zoveel mogelijk mensen te bereiken en daar is de afgelopen jaren de schoen behoorlijk gaan knellen. Vanaf de jaren ‘50 van de vorige eeuw tot en met de eeuwwisseling steeg het aantal leden van de bibliotheek snel, waarna er een stabilisering optrad eind jaren 90 met een rond de 4,5 miljoen leden. Vervolgens daalde het aantal leden elk jaar en waren er in 2018 nog maar 3,6 miljoen over. Het is daarbij belangrijk om te weten dat bijna 2/3 jeugdlid is, waar geen kosten aan verbonden zijn. Dit zijn dus niet noodzakelijk de leden die de bibliotheek vaak bezoeken.

Juist de mensen die het meest baat hebben bij de wettelijke functie van de bibliotheek worden het moeilijkst bereikt. Bijvoorbeeld nieuwe Nederlanders en ouderen, die hun voordeel kunnen doen met educatie op het gebied van de digitalisering van de samenleving. Maar ook jongeren die lid zijn, lezen steeds minder en worden moeilijk bereikt. Het is echt zoeken naar nieuwe manieren om contact te maken met jongeren. De competitie met social media en streaming media voor aandacht is enorm.


WAT TE DOEN?

Er zijn in Nederland negen serviceorganisaties die bibliotheeknetwerken in de provincies ondersteunen. Deze hebben de taak om de bibliotheken te helpen met het initiëren en uitvoeren van innovatieve projecten om zo hun wettelijke functie na te kunnen streven.

Een voorbeeld van zo’n project is de Bibliotheekverrijker (https://www.bibliotheekverrijker.nl). Het initiatief is van BiSC en Cubiss – de serviceorganisaties in Brabant, Limburg en Utrecht. Het idee hiervoor is ontstaan tijdens een hackathon in het voorjaar van 2020. Het experimentele project is 1 oktober live gegaan. De Bibliotheekverrijker laat mensen via hun eigen online interesses en surfgedrag kennismaken met bestaande informatie en inzichten achter populaire content op sociale media. Via verrijking van die content wordt de gebruiker verdieping geboden.

Omdat steeds meer mensen veel tijd per dag online doorbrengen, kunnen bibliotheken met de verrijker nieuwe doelgroepen bereiken en bedienen met relevante content. Ik kan het van harte aanbevelen om eens te proberen. Ik betrapte mijzelf er op dat ik na wat doorklikken opeens geboeid een aflevering van Willem Wever zat te kijken op NPO-start.

Een ander voorbeeld zijn de Digi-Taalhuizen (https://www.biscutrecht.nl/uncategorized/basisvaardigheden/). 2,5 miljoen burgers hebben problemen om mee te komen in de digitale wereld. Maar ook de ‘gewone’ taalvaardigheid van vele Nederlanders is nog altijd in het geding. Wie moeite heeft met lezen en schrijven of onvoldoende digitaal vaardig is, komt moeilijker mee in de samenleving. Door beter te leren lezen en schrijven vergroot je je kans op een gezond en gelukkig leven. Afgelopen jaren hebben bibliotheken daarom Digi-Taalhuizen opgericht om laaggeletterden en onvoldoende digitaal vaardige mensen te ondersteunen – onder meer in hun omgang met digitale overheidsdiensten. Verder ontwikkelen bibliotheken initiatieven voor het versterken van de basisvaardigheden voor volwassenen: taal-, digitale-, reken- en juridische vaardigheden.

Mede door de expertise en faciliteiten van de service centra en het feit dat deze de kennis verspreiden, lukt het de bibliotheken om deze vernieuwingen door te voeren. Hier zijn kosten aan verbonden, die in financiële zin niet terugverdiend worden. Ze dragen echter wel bij aan het publieke doel en functies van bibliotheken en leveren zo op andere plekken in de samenleving weer maatschappelijke winst op


WAT KAN DE ZORG DAAR VAN LEREN?

Zoals je bij veel andere sectoren ziet, zoals ook de HEMA (https://www.linkedin.com/pulse/wat-de-zorg-kan-leren-van-deel-5-hema-joris-arts-mha/) en de NPO (https://www.linkedin.com/pulse/wat-de-zorg-kan-leren-vandeel-8-npo-joris-arts-mha/), maken ook bibliotheken gebruik van een organisatieonderdeel met specifieke kennis over hoe je het beste kunt innoveren. Ik schreef al eerder dat we dat in de zorg ook veel meer zouden kunnen doen.

Wat mij daarnaast vooral aanspreekt bij de bibliotheken, is het feit dat zij vooral streven naar het vervullen van de wettelijke functie. Of dat daadwerkelijk geld oplevert voor de bibliotheek is van ondergeschikt belang. Bibliotheken zijn er om een publiek doel na te streven. Niet alles is namelijk in geld uit te drukken en voor het uitvoeren van hun wettelijke functie gaat het om de opbrengsten voor de maatschappij.

Ik zie daar een leerpunt voor de zorg als je kijkt naar preventieve zorg. Hoewel heel veel zorgprofessionals en zorgorganisaties zich daar verantwoordelijk voor voelen, blijkt het in de praktijk daardoor vaak niemands verantwoordelijkheid te worden. Wat hier niet helpt is dat de kosten die moeten worden gemaakt voor de winst voor de maatschappij vaak niet gecompenseerd worden. Als een huisarts tijd en energie steekt in een project om armoede te bestrijden omdat zij daar in haar praktijk in een achterstandswijk veel tegenaan loopt, is daar geen financiering voor. Terwijl het wel kan voorkomen dat iemand in de schuldsanering komt of nog erger, uit zijn huis gezet wordt met de daarbij horende financiële en emotionele gevolgen.

Gelukkig zijn er wel uitzonderingen. Zo mocht ik een bijdrage leveren aan het project Stand-by in Hoorn (https://www.de-eerstelijns.nl/2017/08/aanpak-armoedebestrijding-hoorn/). Bij dit project investeerde de gemeente geld om mensen die onder de armoedegrens leven te helpen. De rol van de zorgverlener was puur het signaleren, waarna de Stand-by medewerkers vervolgens in actie kwamen. Zouden we veel vaker moeten doen!


Ik heb voor dit blog gesproken met Peter van Eijk, Directeur-Bestuurder van BiSC, die ik dankbaar ben voor zijn enthousiasme en inspirerende gesprekken.

6 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Commentaires


Post: Blog2_Post
bottom of page