Onlangs sprak ik na een gastcollege dat ik gaf aan studenten van de Hogeschool Rotterdam met de hoofddocent van het vak, Mohamed el Ouasghiri. Hij vertelde mij over een onderzoek dat hij had gedaan binnen een aantal verpleeghuis-organisaties naar de potentie van het delen van hulpmiddelen en mobiliteit. De conclusie was dat er weinig wordt gedeeld en dat er flink bespaard kan worden door dat veel meer te doen. Bovendien draagt het bij aan efficiëntere zorg en is het natuurlijk veel duurzamer als er daardoor minder hulpmiddelen nodig zijn.
Peerby
Tijdens dat gesprek moest ik gelijk denken aan het bedrijf Peerby. Peerby is een online leenplatform waarbij buren hun spullen met elkaar kunnen delen. Leners en uitleners van allerlei spullen worden via dit platform gekoppeld. Het bedrijf werd 10 jaar geleden opgericht door Daan Weddepohl. Daan wilde het probleem oplossen dat we veel producten in huis hebben die overcapaciteit hebben. Ter illustratie: De gemiddelde boormachine wordt naar schatting maar 13 minuten (1) gebruikt in zijn leven terwijl hij natuurlijk veel meer gebruikt kan worden. Dit heeft consequenties voor het milieu, want al die overcapaciteit wordt voor niets geproduceerd, terwijl er wel grondstoffen zijn gebruikt voor het produceren die steeds schaarser worden. En bovendien worden er tijdens de productie broeikasgassen en fijnstof uitgestoten. Maar het heeft ook financiële consequenties, want je zou als consument geen boor hoeven te kopen als je een stukje overcapaciteit van iemand anders kunt gebruiken.
Onlangs haalde Peerby een investering binnen van 2,3 miljoen euro en realiseert het 10 jaar na de oprichting zwarte cijfers. De investering gebruiken ze om in Nederland, maar ook daarbuiten uit te breiden. Het platform werkt namelijk het beste als er zoveel mogelijk mensen zijn aangesloten.
Bottlenecks
Daan beschrijft het ontstaan van zijn bedrijf inclusief de pieken en dalen die hij heeft doorlopen heel illustratief in zijn boek 99 redenen om te stoppen, en toch door te gaan dat ik van harte kan aanbevelen. Hij beschrijft daarin een aantal bottlenecks waar ze tegenaan liepen bij Peerby.
Verdienmodel: Het vinden van het beste verdienmodel bleek de grootste uitdaging voor Peerby te zijn. Geld verdienen aan het uitlenen van spullen is namelijk hartstikke ingewikkeld. In de praktijk bleek namelijk dat veel mensen helemaal geen geld vroegen voor het uitlenen van hun spullen. Dan is het als platform heel lastig om daar tussen te gaan zitten en geld te vragen. Ze keken daarom vervolgens naar de mogelijkheid om het verhuren van spullen te promoten. Daar kon vervolgens een percentage per verhuurd bedrag voor in rekening worden gebracht. Uiteindelijk bleek ook dat model onvoldoende schaalbaar. Uiteindelijk besloten ze 2 jaar geleden te gaan werken met een abonnementsmodel. Voor een vast bedrag van 2,99 per maand mag je onbeperkt gebruik maken van het platform. Voor verhuurders die geen kosten in rekening brengen betaalt de huurder (of eigenlijk lener) verder niets. Als je als huurder tegen betaling van een verhuurder leent, houdt Peerby een commissie in van de huurprijs. Dit model blijkt inmiddels succesvol.
Platform kip-ei probleem: bij het matchen van vraag en aanbod heb je bij de start altijd een kip-ei-probleem. Enerzijds gaan mensen niet iets zoeken op een platform als er niets aangeboden wordt, anderzijds gaat men er niets opzetten als er toch geen bezoekers zijn. Ze losten dit bij Peerby op door zelf beide kanten na te bootsen. In eerste instantie door actief zelf spullen uit te lenen die bezoekers zochten. Elke keer als er een vraag kwam gingen ze actief op zoek in hun omgeving of zij eraan konden komen. Vervolgens brachten ze de spullen persoonlijk weg en hadden zo de kans om de leners te bevragen en ze beter te kunnen leren kennen om het proces te verbeteren. Daarna draaiden ze het om en gingen ze actief spullen lenen van de verhuurders op Peerby. Door beide groepen te leren kennen en zelf vraag en aanbod mede te creëren ging het platform groeien.
Logistiek: Er moet voldoende aanbod in de buurt zijn. Je wilt niet half Nederland doorkruisen voor iets dat je wilt lenen. Je hebt een kritieke massa in de buurt nodig. Dit deden ze door heel lokaal, in een specifieke buurt te beginnen. Actief flyeren en al hun contacten in die buurt in te schakelen bleken succesvol om kritieke massa te bereiken. Opschalen blijft op deze manier echter wel erg arbeidintensief.
Wat gaat er nu mis bij die zorginstellingen?
Het onderzoek waar ik het over had beschrijft een vijftal casestudies bij VVT-organisaties. Er is specifiek gekeken naar het gebruik van hulpmiddelen als bijvoorbeeld rolstoelen, tilliften en douchestoelen maar ik vermoed dat je dit zorgbreed door kunt trekken. Wat opviel was dat er binnen de organisaties vaak sprake is van overcapaciteit van deze hulpmiddelen. Daardoor wordt er onnodig veel geld uitgegeven en is hier ook op duurzaamheid winst te behalen.
Belangrijke redenen voor de overcapaciteit is dat men geen goed zicht heeft op wat er allemaal per locatie in huis is. Maar afdelings- en locatiebudgetten die ‘op’ moeten omdat anders het budget voor volgend jaar in gevaar komt helpen ook niet mee.
Een van de oplossingsrichtingen die gesuggereerd wordt in het artikel is het creëren van een regionale marktplaats om spullen van elkaar te lenen. Eigenlijk dus een Peerby voor de zorg.
Laten we de bottlenecks voor Peerby er nog eens bij pakken:
Verdienmodel: Als de overcapaciteit beter gebruikt wordt, hoeft de organisatie minder hulpmiddelen aan te schaffen. Dit is dus al direct een verdienmodel voor de organisatie dat veel gemakkelijker te realiseren is dan dat bij Peerby met particulieren was. Wat mijns inziens voor de gebruikers van de hulpmiddelen wel van belang is, is dat zij zelf ook een direct voelbaar voordeel moeten hebben om spullen van elkaar te lenen in plaats van zelf aan te schaffen. De besparing van het minder aanschaffen van hulpmiddelen wordt namelijk niet direct door de medewerker gevoeld. Je zou een prikkel kunnen inbouwen om de medewerkers te belonen voor het beter gebruik maken van de overcapaciteit door de besparingen deels in te zetten voor bijvoorbeeld teambuilding, scholing of mogelijkheden om de zorg naar eigen inzicht te verbeteren. En dat zowel voor de lener als de uitlener.
Platform kip-ei probleem: Omdat ook hier geldt dat lener en uitlener in dezelfde organisatie werkzaam zijn, zou dit door gelijkgerichte belangen een niet al te ingewikkeld probleem moeten zijn. Bovendien weet ik dat het bijvoorbeeld in ziekenhuizen al heel lang gebruikelijk is om hun hulpmiddelen te registreren in daarvoor bestemde ICT-systemen. Ik weet niet of dat ook gebruikelijk is bij andere types zorginstellingen, maar dat verlaagt de drempel omdat alle informatie er al is. Het hoeft vervolgens alleen maar voor iedereen inzichtelijk gemaakt te worden wat er waar te lenen is.
Logistiek: zeker binnen organisaties is er vaak al voldoende transport in de vorm van post, goederen, voeding en medicatie. Het zou vanaf daar een kleine stap kunnen zijn om ook deze hulpmiddelen snel op de juiste plek te krijgen. Wat er echter niet over het hoofd moet worden gezien, is dat elke vertraging of extra benodigde handeling in vergelijking met de huidige situatie extra druk legt op de medewerker. Het is van groot belang om met de huidige arbeidsmarktproblematiek te voorkomen dat de medewerkers die al met te weinig zijn er meer werk van hebben.
Al met al een goede voedingsbodem voor Peerby in de zorg wat mij betreft. Met financiële, efficiency- én duurzaamheidsvoordelen. Wie pakt de handschoen op?
Ontzettend bedankt voor de gesprekken Mohamed el Ouasghiri, Hoofddocent Logistics Management at Hogeschool Rotterdam en Daan Weddepohl, CEO en oprichter van Peerby.
Ik plaats elke week op woensdag een nieuwe blog. Abonneer op mijn nieuwsbrief om er geen een te missen door hier te klikken.
De andere blogs uit mijn reeks zijn hier te vinden.
Comments