Het Zweedse automerk Volvo bestaat bijna 100 jaar en heeft in die tijd een aantal iconische modellen op de markt gebracht zoals de Amazone, de Kattenrug en de P1800. Het bedrijf staat bekend als koploper op het gebied van veiligheid. Nog voor er door overheden belangrijke veiligheidseisen gesteld werden namen zij een pioniersrol in op dat vlak. Zo hebben zij bijvoorbeeld de driepuntsgordel uitgevonden, brachten zij het eerste kinderzitje op de markt en introduceerden zij de zijdelingse airbag. U herinnert zich wellicht hun Vision 2020 uit 2008, waarin zij stelden dat in 2020 niemand meer gedood of ernstig gewond zou raken in een Volvo, waarmee ze hun veiligheidsspeerpunt nog eens onderstreepten.
Waar Volvo geen koploper in was, was de introductie van duurzame auto’s; De eerste volledig elektrische Volvo, de XC-40, kwam pas in 2019 op de markt. Dat was 7 jaar na de introductie van de Tesla Model S!
Zij formuleerden echter in 2017 een zeer ambitieuze toekomstvisie, gebaseerd op hun overtuiging dat duurzaamheid de toekomst zou zijn. Zij kondigden in dat jaar aan dat zij de eerste premium car company zouden zijn die hun volledige portfolio elektrisch zou maken. Vanaf 2019 zou elke nieuwe Volvo (deels) elektrisch zijn. Vanaf 2025 zou 50% van alle nieuwe Volvo’s hybride en 50% volledig elektrisch zijn en vanaf 2030 zullen zelfs alle auto’s elektrisch zijn. Vanaf 2040 is Volvo zelfs geheel klimaatneutraal. (https://www.volvocars.com/nl/v/sustainability/highlights )
Een mooie uitdagende visie, maar het vereist natuurlijk een enorme inspanning om een grote multinational in de automobielindustrie zo ingrijpend te veranderen. Een van de manieren waarop ze dat doen, is het creëren van nieuwe dochterbedrijven: Polestar en Lynk&Co, waarbij ze de flexibiliteit van een nieuw bedrijf combineren met de jarenlange ervaring van het moederbedrijf.
Polestar
Polestar heette oorspronkelijk Flash Engineering en was een bedrijf dat Volvo-modellen modificeerde en tunede. In 2015 nam Volvo het bedrijf over en het kondigde in 2017 aan dat het onder de naam Polestar elektrische auto’s zou gaan bouwen als zelfstandige autofabrikant. Deze losse positionering creëerde de ruimte die nodig was om te experimenteren. Bijvoorbeeld door zich volledig toe te leggen op elektrische auto’s en daar ervaring mee op te doen. Maar ook door samen te werken met Google om zo de eerste Google driven car te ontwikkelen. En een online distributiemodel waarbij je niet naar een winkel gaat om een auto te kopen maar alles online doet. Doordat zij dit via Polestar deden hadden zij minder last van de grote moederorganisatie en konden zij de geleerde lessen vervolgens toepassen bij Volvo. En met succes: Inmiddels rijden er ongeveer 6.500 Polestars in Nederland rond.
Lynk&Co
Het andere dochterbedrijf Lynk&Co is opgericht in 2016 in Zweden. Dit merk biedt zijn auto's in de meeste markten niet aan via traditionele dealernetwerken, maar via een mobiliteitsdienst die het midden houdt tussen private lease en een deelauto. Daarbij neemt de consument de auto via een maandelijks abonnement af net zoals dat bij Netflix of MS-Office 365 gebeurt. Mobility as a Service dus! De auto kan vervolgens gedeeld worden met anderen, die via een bijbehorende applicatie betalen aan de abonnementhouder. Je kunt je auto delen met bekenden, maar ook met wildvreemden waarbij je zelf bepaalt wat je daarvoor vraagt met de bijbehorende app. De auto’s worden in dezelfde fabriek gemaakt als de Polestar en in Nederland zijn er inmiddels 3.000 abonnementen. De gedachte achter deze nieuwe manier van autorijden is dat niet iedereen een auto hoeft te bezitten. Als je slim deelt heb je veel minder auto’s nodig wat veel duurzamer is… en uiteraard goedkoper… en omdat er veel minder auto’s ongebruikt de weg bezetten ook nog eens veel ruimte bespaart in drukke steden. Volvo biedt inmiddels zelf ook abonnementen aan gebaseerd op hun ervaringen bij Lynk&Co.
Wat kunnen we daar in de zorg van leren?
In de zorg moet er veel veranderen. In het nieuwe integraal zorgakkoord is onder andere een hoofdrol weggelegd voor digitalisering om zo met hetzelfde aantal mensen meer zorg te leveren. Dit weten we overigens al jaren, maar helaas heeft dit nog steeds niet tot wijdverbreide acceptatie ervan geleid. Met een mijns inziens belangrijk aandeel van zorgprofessionals die moeite hebben om buiten de bestaande processen te werken omdat ze gevangen zitten in de bureaucratie van grote zorgorganisaties. Moeten we dit ook niet organiseren zoals Volvo dat doet, met nieuwe dochterorganisaties van de bestaande zorgorganisaties? Zodat er enerzijds de vrijheid is om echt anders te gaan werken maar anderzijds gebruik gemaakt kan worden van de ervaring en mogelijkheden van de bestaande zorgorganisaties. Ik zag wel een mooie parallel met de focus op veiligheid van Volvo zoals wij die in de zorg ook hebben. Ik heb al eerdergeschreven over hoe het principe van een dochterbedrijf succesvol werkte bij DiSofa Online Therapie, een start-up onder de vleugels van GGZ Noord-Holland-Noord. En ook Naast vind ik een geweldig voorbeeld. Maar veel meer zijn er mij niet bekend. Waarom niet eigenlijk?
Ik plaats elke week op woensdag een nieuwe blog. Abonneer op mijn nieuwsbrief om er geen een te missen door hier te klikken.
De andere blogs uit mijn reeks zijn hier te vinden.
Comments